vrijdag 24 oktober 2014

Statige huizen

Als je door Charleston in South Carolina loopt, zie je nog de rijkdom van vroeger. De grote huizen langs het water zijn stuk voor stuk plaatjes. Halverwege 18e eeuw was Charleston een bruisend handelscentrum voor de zuidelijke koloniën (West-Indië waar Barbados en Bermuda deel van uit maakten). Charleston behoorde in die tijd tot de grootste handelshavens, na Boston, New York en Philadelphia. Er werd vooral gehandeld in hertenvellen die werden verwerkt tot kleding en boekenkaften. Verder werd er veel geld verdiend met de slavenhandel in Charleston (voor de katoenplantages). Nadat de noordelijke kolonieën zich in 1776 hadden afgescheiden van het Britse Rijk, duurde het tot 1783 dat South Carolina zich een Amerikaanse staat kon noemen. Na de uitvinding van de cotton gin (om de zaden van de katoenplukken te scheiden waardoor de kwaliteit en productie omhoog gingen) ging het nog voorspoediger in Charleston. Helaas deed de Burgeroorlog (1861-1865) de stad geen goed. South Carolina hoorde bij de Confederates, de afgescheiden Zuidelijke Staten die tegen het leger van Abraham Lincoln (de Unionists of Federal Army) vochten. De stad en de economie lag flink in puin, maar dat hebben ze in de jaren erna goed kunnen herstellen.


Wat kun je in 3 uur doen in Charleston SC? Dat vroegen we aan de dame van de toeristeninformatie. Ze adviseerde ons om via King Street naar de Battery te wandelen en naar de City Market. Dat was inderdaad een mooi rondje door de winkelstraat, via een wijk met supermooie huizen naar het verdedigingswerk met kanonnen aan het water en dan de overdekte markt met allemaal leuke snuisterijtjes.


Eén van de ingangen van City Market. Net buiten de markthal hebben we heerlijk geluncht bij Brasserie Gigi. Conclusie: 3 uur is niet genoeg om Charleston goed te bekijken.

Geen opmerkingen: