woensdag 10 april 2013

Ruim baan voor de pulletjes!

Een lokaal wereldberoemd verhaal is Make Way for Ducklings uit 1941 van Robert McClosky. Het gaat over Mr. en Mrs. Mallard die op zoek zijn naar een fijne plek om en gezin te stichten. In het verhaal trekt Mrs. Mallard met haar acht pulletjes door de stad, richting de Public Garden. Moeders kan zelf nog niet vliegen omdat ze in de rui is en de kuikens zijn nog te jong voor gefladder. Onderweg beleven ze het één en ander. Aan het eind van het verhaal vestigen ze zich op het eiland in de vijver van de Public Garden.

In 1987 is er een bronzen beeld (nou ja, beelden) geplaatst in de Public Garden ter ere van het boek. De beeldjes worden aangekleed voor speciale gelegenheden: groene hoedjes voor St. Patrick's Day, sjaaltjes tegen de winterkou en nu lentehoedjes:


Duckling Day
Op zondag 12 mei (Moederdag) vindt de Duckling Day Parade plaats, een optocht waar kinderen als eendenkuikens verkleed door het park lopen. Hier vind je wat foto's van zo'n dag.

Fragment
Ik heb een stukje vertaald:

Meneer en mevrouw Eend waren op zoek naar een plek om te wonen. Maar elke keer als meneer Eend een leuke plek had gevonden, zei mevrouw Eend dat het niet goed was. Er waren vast vossen in de bossen of schildpadden in het water, en ze was niet van plan haar kinderen op te laten groeien tussen vossen en schildpadden.

Boven Boston waren ze zo moe dat ze niet meer verder konden. Er was een mooie vijver in het park, met een klein eiland er in. “De perfecte plek om vannacht te slapen,” kwaakte meneer Eend. Dus vlogen ze naar beneden.

De volgende ochtend grondelden ze in de modder van de vijver naar eten. Maar ze vonden niet veel.

Toen ze net wilden vertrekken, kwam er een rare, enorme vogel voorbij. Hij duwde een boot vol met mensen en er zat een man op zijn rug. “Goedemorgen,” kwaakte Meneer Eend beleefd. De grote vogel was te trots om te antwoorden. Maar de mensen op de boot gooiden pinda’s in het water, dus de Eenden volgden ze de vijver rond en kregen zo een tweede ontbijt, beter dan de eerste.

“Ik vind het hier fijn,” zei mevrouw Eend terwijl ze de oever op klauterden en verder waggelden. “Waarom bouwen we hier geen nest en laten onze pulletjes in deze vijver opgroeien? Er zijn geen vossen en geen schildpadden en de mensen voeren ons pinda’s. Beter kan toch niet?” “Goed,” zei meneer Eend, opgelucht dat mevrouw Eend eindelijk een goede plek had gevonden. Maar—

“Kijk uit!” snaterde mevrouw Eend van streek. “Je wordt nog omver gereden!” En toen ze weer op adem was, zei ze: “Dit is geen geschikte plek voor babies, met al die akelige dingen die rond razen. We moeten maar ergens anders kijken.” Dus vlogen ze over Beacon Hill en rond om het Statengebouw, maar daar was geen plek. Ze keken op Louisburgplein, maar daar was geen water om in te zwemmen. Toen vlogen ze over de Charles. “Dit is beter,” kwaakte meneer Eend. “Dat eiland ziet er rustig uit en het is maar een klein stukje bij het park vandaan.” “Ja,” zei mevrouw Eend, denkend aan de pinda’s . “Dat lijkt me een goede plek om de eieren uit te broeden.” Dus kozen ze een gezellig, beschut plekje bij het water en gingen hun nest maken.


De vreemde vogel die ze tegenkwamen, is een zwanenboot. De boten zijn in 1877 begonnen te varen en sindsdien is er niets aan het ontwerp van deze boten veranderd.

Geen opmerkingen: